Opa (2)

Toen opa Kraak niet meer actief was als visserman, was er tijd voor allerlei andere zaken. Onder andere voor een reis naar Amerika, waar een van hun zonen naartoe was geëmigreerd. Ze gingen HollandAmerikalijnvoor een jaar naar Californië om te logeren bij Piet en zijn gezin. De grote reis werd ondernomen met de Holland-Amerikalijn. Dus opnieuw het grote water op. Het verhaal gaat, dat op een mooie rustige avond opa aan de reling stond; naast hem stond een jonge man. Ze raakten wat aan de praat over het weer en de gespreksgenoot merkte op, dat het van hem wel wat ruiger mocht: je merkte amper dat je op een schip voer. Waarop opa reageerde: “Van mij mag het zo wel blijven, ik houd niet zo van slecht weer op zee.”
Enige tijd later kwam het schip in zwaarder weer terecht. Opnieuw trof opa dezelfde man aan de reling. Hij was behoorlijk zeeziek. Waarop opa, die met zijn ruime ervaring op zee nergens last van had, zei: “Lekker weertje, hè? Van mij mag het nog wel wat ruiger…” “Man, hou alsjeblieft op”, was het antwoord.
Opa hield het in Amerika niet een jaar vol. Hij had heimwee naar ‘de buitenkant’ en de terugreis werd eerder ondernomen dan aanvankelijk gepland.
Een andere anekdote die hij eens vertelde: iemand had een meeuw gezien met een briefje van 25 gulden in zijn bek. “Niet zo gek”, zei opa; “bij de visafslag gaat heel wat contant geld van hand tot hand, misschien was er een briefje weggewaaid en had die meeuw dat opgepikt.”25gulden
De meeuw had het biljet laten vallen boven het winkelcentrum van Den Helder. “Tja”- zei opa, waarmee hij zijn verhaal meteen een stuk onwaarschijnlijker maakte – “dat beest zag natuurlijk dat de winkels al gesloten waren, dus heeft hij het geld maar losgelaten….”

Geplaatst in Uncategorized | 1 reactie

Opa

Aan mijn beide grootvaders bewaar ik veel goede herinneringen. Hoewel ze zeer verschillende personen waren. Mijn moeders vader, opa Jan Kraak, was wel een heel bijzondere man. Over hem doen in de familie mooie verhalen de ronde; hij was een man vol humor, hoewel hij die 1b HD 64heel droog kon brengen.
Jan Kraak was visserman. Al op heel jonge leeftijd ging hij naar zee, samen met zijn broer Piet Kraak. Het schip waarmee zij visten, de HD 64, was eigendom van hun vader, die dus de reder was en een deel van de opbrengst opstreek. Ze voeren op een botter: een houten schip dat op het zeil voer. In de woonkamer van mijn grootouders hing daarvan een mooi schilderij. Later maakte dat schip plaats voor een kotter, die van staal was en voorzien van een dieselmotor.
Zodra de zondag voorbij was, dus om 12 uur ’s nachts, liep hij naar de vissershaven, ofwel – zoals opa het altijd noemde – de ‘buitenkant’, om uit te varen naar de Noordzee.
Heel opmerkelijk was, dat hij zijn hele werkzame leven aan boord de eerste dag op zee zich niet lekker voelde, een lichte vorm van zeeziekte. Daarna was hij weer gewend.
1d opaToen hij op 59 jarige leeftijd gestopt was met werken vanwege hartproblemen en een hersenvliesontsteking, was hij nog zeer regelmatig aan “de buitenkant” te vinden. Hij repareerde hier en daar een net (‘boeten’, heette dat) en kwam in het weekeinde met een maaltje vis thuis, waar velen uit de familie van meeprofiteerden. Ook ging er regelmatig een vrachtje vis richting Leeuwarden, waar wij woonden. De vrachtdienst, die “De snelle jutter” heette, kwam het bij ons aan huis afleveren. De vrachtrijder werd betaald met z’n eigen braadje vis.
Als jongetje mocht ik regelmatig mee met opa naar de vissershaven en de visafslag. Dat was altijd leuk; opa kende iedereen daar – en iedereen kende opa natuurlijk. Ik herinner me nog dat hij, in gesprek met een collega-visserman, mij als 10 jarige eens vroeg: “Wat wil je later ook al weer worden, Theo?” Ik antwoordde naar waarheid: “Zendeling, opa”. “Oh ja, dat is ook zo,” zei hij; “Theo gaat naar Afrika, negers witten”.
Overigens vond hij het wel bijzonder dat ik  theologie wilde gaan studeren. Hij heeft in mijn kandidaatstijd ook wel een enkele keer een dienst bijgewoond waarin ik voorging.
Ooit gaf hij me een goede raad. “Preek niet al te ingewikkeld”, zei hij; “op al die dogmatische zaken zitten de mensen echt niet te wachten. Vertel ze maar dat God liefde is.”
Het kenmerkte zijn eigen manier van geloven. Zijn raad heb ik overigens altijd geprobeerd ter harte te nemen…

Geplaatst in Uncategorized | 1 reactie

Ziekenhuisbezoek

Een van de meest onberekenbare onderdelen van mijn werk is het ziekenhuisbezoek. Wanneer doorgegeven wordt dat iemand in een ziekenhuis is opgenomen, probeer je daar uiteraard de nodige en gewenste aandacht aan te besteden.  Maar dat valt niet altijd mee; terwijl in het verleden mensen na een betrekkelijk kleine ingreep zomaar een week in het ziekenhuis verbleven, zijn ze nu al heel snel weer thuis. Je moet er dus snel bij zijn om mensen nog aan te treffen in het ziekenhuisbed. Maar de eerste dagen na een ingreep hebben de mensen de handen meestal vol aan zichzelf met het verwerken van de narcose en de ingreep; en daarna worden ze al snel ontslagen. Ziekenhuisbedden zijn nu eenmaal duur. Soms ben je na enkele dagen al te laat, is de patiënt al ontslagen en staat er thuis op het antwoordapparaat het bericht dat het gemeentelid zojuist is thuisgekomen. ziekenhuisbed_a
Een ander probleem bij een ziekenhuisbezoek is de privacy. Wanneer iemand op een kamertje alleen ligt, is dat geen probleem, maar met drie kamergenoten praat het niet zo plezierig als je weet dat er drie paar oren meeluisteren.
In het verleden was dat nog lastiger: de zalen waren groter. Ik heb wel bezoeken gebracht op een zaal waar acht patiënten waren gehuisvest. En toen waren er nog geen koptelefoons of oortjes waarmee de zaalgenoten zich konden afschermen voor het gesprek. En hoe men ook z’n best deed om het te doen voorkomen dat men sliep, of verdiept was in een boek of krant, je wist dat er meegeluisterd werd.
Erger nog was het gesprek dat ik eens voerde terwijl aan de andere kant van het dunne gordijntje om het bed iemand op de po-stoel zat om de spijsverteringscyclus weer op gang te krijgen – met de bijbehorende geluiden en geur…
Toen ik pas begon, werd mij verteld dat mensen in het ziekenhuis behoefte hadden aan bijbellezing en gebed. Dus deed ik dat trouw in de Zwolse en Deventer ziekenhuizen. Omdat je wist dat de anderen meeluisterden, kondigde ik het plechtige moment dan ook maar even aan en vertelde dat men – als men dat op prijs stelde – kon meeluisteren. Een “zaaldienst” noemden we dat. Een hachelijk moment deed zich eens voor, toen na de mededeling twee mannen uit hun bed stapten en de zaal verlieten. Dat kon natuurlijk nooit de bedoeling zijn.
Ook wat iemand me, toen ze weer thuis was, vertelde zette me aan het denken: vlak voor mij was ook een predikant op de zaal geweest en had, zonder dat ik dat wist, ook met de zaal gelezen en gebeden. De mevrouw vertelde me dat ze op de zaal een vergelijkend warenonderzoek hadden gedaan, waarbij ik als winnaar uit de bus was gekomen.
In Zwolle werd de markt overigens behoorlijk verpest door de ouderlingen van de Veluwe, die aan het eind van hun ziekenbezoek met de rug tegen de deur gingen staan, zodat er geen verpleegster meer in kwam. Het gebed duurde dan zomaar een kwartier.
Tot mijn grote opluchting kwam er op een goed moment een brief uit het ziekenhuis aan alle pastores in de omgeving, met het dringende verzoek om ons bezoek te beperken tot ons eigen gemeentelid en de zaal met rust te laten (het stond er wat anders, maar daar kwam het op neer). Ik heb dat meteen in het kerkblad gemeld.
Als stelregel heb ik sindsdien gehanteerd dat ik kom om mijn meeleven en belangstelling te tonen, maar dat ik, wanneer er geen privacy is, de ‘geestelijke zaken’ uitstel tot ik de mensen thuis of elders in een rustiger omgeving kan spreken.

Geplaatst in Uncategorized | 1 reactie

Taal

Een leuke rubriek in ons ochtendblad vind ik “Taal” van Jaap de Berg. De herkomst van woorden en uitdrukkingen, merkwaardige nieuwe spellingen en zo weet hij op een boeiende wijze te brengen. Ooit knipte ik een rubriekje uit waarin hij allerlei taalkronkels op een rijtje zet. Hilarische spelfouten als “Zeehondenbond”, “Veras je moeder op Moederdag”, “Jongeman zoekt alleen staande vrouwen.”
Maar ook  grammaticale uitglijers: “Vrouw gaat vaker vreemd als man”. En verhaspelde woorden: “De erectiepil als vaatverwijderaar”; en tikfouten (hopelijk): “Kniezen op een bed violen”.
Naamgrappen, zoals de momenteel wel actuele: “Blind ziet perspectief”.
Leuk zijn ook de voorbeelden van onbeholpen taalgebruik: “Weidevogels vliegen achteruit”, “Jongleren met alzheimerpatiënten vertraagt de ziekte”. En de baarlijke nonsens: “Slechts 15 procent kijkt alleen maar tv als de tv aan staat”; “Als Pelleboer nog leefde zou hij zich in zijn graf omdraaien”.
Een bijzondere categorie vormen de dubbelzinnige koppen. Sommige zijn bagger: “Autoloze zondag niet doordeweeks”, of: “Hoger opgeleiden worden later dement”. Maar daarnaast zijn er ook koppen die bedacht zijn om de lezers een glimlach te gunnen: “Bejing zet rem op nieuwe auto’s”, Eikels“Daklozen krijgen ton”, “Dikke honden aan de lijn”, “Tennisclub wil geen eikels op de baan”, “Holleeder eerlijk beroep beloofd”.
Onlangs kwam ik ook nog de volgende tegen:
“PLASSEN IN 3D OP GROOT SCHERM
In bezoekerscentrum Nieuwkoopse Plassen van Natuurmonumenten is de hele maand januari een 2D- en 3D-fototentoonstelling te zien.”
En de kop in een krant: “Snijden in verpleging leidt tot doden.”
Leuk was ook dit bericht, een tweet van de politie in Vleuten: “19.35 Auto te water ’t Zand. Inzittenden uit de auto. Lijken met de schrik vrijgekomen.”
En tenslotte nog een bericht uit de nieuwsbrief van een uitvaartcentrum: “Begraafplaats Groenesteeg wint leefbaarheidsprijs.”

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

Aangehouden

Het was maar een klein stukje in het dorp dat ik per auto van het ene naar het andere adres moest overbruggen. Ik dacht dat het wel even zonder gordel om kon, zeker gezien de beperking van 30 km per uur. Nog maar net op pad zag ik in de achteruitkijkspiegel een motoragepolitiemotor_01nt achter me komen rijden. Toch maar even de gordel omdoen, dus, tijdens het rijden. Maar dat was te laat: hij had het al gezien. En even verderop haalde hij me in – wat me nogal gevaarlijk leek zo midden in het dorp, maar vooruit. Ik kreeg het teken om aan de kant te gaan staan, wat ik uiteraard braaf deed. Hij liet zijn motor midden op de rijbaan staan, zonder alarmverlichting. Dat vond ik knap link, je hebt zomaar een aanrijding. Maar ik besloot er maar niets van te zeggen.
De agent, met zijn leren pak aan en een grote helm op, kwam bij de deur staan die ik inmiddels maar open had gedaan. “Hebt u een ontheffing om de gordel om te doen?”, vroeg hij. Overbodige vraag in mijn ogen. “Nee, ik denk het niet”, zei ik. “Weet u waar de meeste ongelukken gebeuren?”, was de volgende vraag. Daar moest ik wel even over nadenken, maar gezien de situatie gokte ik: “In de bebouwde kom?” Dat was raak!
“Als u een botsing krijgt, en met uw hoofd tegen de voorruit belandt, dan moet ik uw brilletje van de ruit krabben”, merkte hij op. Nu dacht ik dat mijn bril niet zo vies was dat die aan de ruit zou blijven plakken, maar ik besloot om daarop niet te reageren. “Nou, dat zal toch wel wat meevallen met 30 km per uur?”, probeerde ik hem te sussen. “U wilt niet weten wat we allemaal meemaken!”, zei hij. Nee, dat wilde ik inderdaad niet… “Het maakt mij niet uit, hoor, ik krab uw bril zo van de voorruit met een plamuurmes”. “Nou, ik denk dat het u wel uitmaakt,” zei ik. “Dat is vast niet het leukste werk.” Maar hij bleef volhouden. “Nee hoor, het maakt me echt niet uit!”
Ondanks zijn stoere uiterlijk twijfelde ik daar toch wel wat aan.
Ik vond dat de discussie wat bizarre vormen begon aan te nemen. Bovendien stond zijn motor nog steeds midden op de rijbaan. Stel dat er iemand mee in botsing zou komen… gordel
Ik gooide het dus maar over een andere boeg. “U hebt groot gelijk, ik hoor mijn gordel om te hebben.” “Dat dacht ik ook”, vond hij. Intussen dacht ik: zolang hij praat, schrijft hij in ieder geval niet…
“Voor deze keer laat ik u gaan”, zei hij en stapte weer op zijn motor. Ik reed opgelucht verder. Geen bekeuring!
Ik vrees dat, als hij deze weergave van ons diepzinnige gesprek onder ogen zou krijgen, de volgende keer meteen zijn bonboekje zal pakken. Ik zal hem vóór zijn en voortaan ook voor een klein ritje de gordel omdoen.

Geplaatst in Uncategorized | 1 reactie

Nogmaals: begrafenissen

Eerder schreef ik al over bijzondere gebeurtenissen bij begrafenissen. De ene herinnering roept de andere op: in dezelfde gemeente waarover ik een vorig stukje schreef (de gemeente waarin ik begon) maakte ik als predikant een memorabele uitvaart mee. Dhr van D. overleed op redelijk hoge leeftijd. Hij kwam oorspronkelijk van de andere kant van de IJssel, het gebied tegen de Veluwe. Daar zou hij ook begraven worden. Nu was (en is) de streek aan de andere kant van de rivier kerkelijk heel wat zwaarder op de hand dan Wijhe. Zo zou dhr van D. nooit op zondag reizen, behalve natuurlijk naar de kerk. Zelfs als een verjaardag in de familie op zondag viel, dacht hij er niet over om dan op pad te gaan. Hij was dus behoorlijk honkvast op zijn boerderij aan de uiterwaarden van de IJssel.
Na zijn overlijden werd hij opgebaard in Wapenveld. Daarvoor moest hij vervoerd worden via Zwolle, want het vervoer van een overledene per pont is niet toegestaan. De condoleance was op de avond voor de begrafenis in de kerk te Wijhe, Dus ondernam van D. de reis via Zwolle naar Wijhe. Na de condoleance werd hij weer teruggebracht naar Wapenveld, want in Wijhe beschikte men niet over een gekoelde ruimte. De volgende dag werd hij opnieuw opgehaald voor de dienst in Wijhe, en na afloop ging hij vooraan in de stoet weer richting Wapenveld voor de teraardebestelling. Hetgeen de inwoners van Wijhe de uitspraak ontlokte: “Van D. heeft na zijn dood meer gereisd dan tijdens zijn hele leven…”
Van D. overleed aan darmkanker. Niet dat dat er veel toe doet voor bovenstaand verhaal, maar het leverde me wel een paar benauwde momenten op vlak voor de dienst. Ik had het lijstje met te zingen liederen doorgegeven aan de typiste die de orde van dienst zou maken en vermenigvuldigen. Uiteraard liederen in de zgn. “Oude Berijming”, waarvoor van D. sterke voorkeur had gezien zijn herkomst en ideeën. Hoe het gekomen is weet ik niet meer, maar bij een van de psalmen ging het helemaal verkeerd en dat ontdekte ik vlak voor de dienst. Er stond een verkeerd couplet van een psalm afgedrukt, met als tekst:

Red mij van hen, die ’t ruim genot
Der wereld voor hun heilgoed achten;
Geen deel, dan in dit leven, wachten,
En maken van den buik hun god;
Van hen, die weelde, schatten, staten,
Hoe rijk, hoe uitgebreid, hoe groot,
Verliezen moeten met den dood,
En hunnen kind’ren overlaten.

In het geval van de niet onbemiddelde van D. met voornoemde oorzaak van overlijden was dit wel heel wrang… De typiste kon gelukkig bereid gevonden worden om ter elfder ure een nieuw blad te typen met het juiste couplet erin

Overigens deed me de tekst van die psalm ook weer denken aan een overlijdensadvertentie in dezelfde statige “Tale Kanaäns”, die ik ooit in handen kreeg. Klik er maar even op voor een beter leesbaar beeld.

advertentie

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

Soms ontschiet het je zomaar

Soms heb je het, dat je zomaar iets ontschiet: je reageert ergens op en bedenkt je achteraf: “Wat heb ik gezegd?!”
Van een collega hoorde ik eens het verhaal van een gesprek dat hij in de kerkdienst voerde met de kinderen voordat ze naar de kindernevendienst gingen. Hij stelde hen voor om nu eens geen vragen te stellen aan henzelf, maar aan de oudere kerkgangers. Hij liet een plaatje zien en vroeg wat men daarop zag. Een kerkganger gaf een totaal verkeerd antwoord, waarop de predikant reageerde: “En wanneer bent u voor het laatst bij een opticien geweest?”
Mijzelf overkwam het een keer dat ik wat symbolen liet zien aan de kinderen. Herkenden ze die? Het symbool van Nike herkenden ze onmiddellijk. Ook Coca-Cola ging prima. Shell scoorde ook prima. Toen ik hen een visje liet zien (het teken dat in evangelische kringen nogal eens gebruikt

Ichthuswordt als herkenningsteken, maar dat in wezen al uit de eerste tijd van het christendom stamt), was het een tijdje stil. Totdat een van de kinderen zei: “De Staatsloterij?” Daar ging mijn mooie verhaal…

Mijn vader was ook sterk in de “practical jokes”. Toen ik een keer met hem een nieuwe computer ging kopen, kwam een verkoper enthousiast op ons af. “Wat kan ik voor u doen?”, vroeg hij. Waarop mijn vader antwoordde: “Nou, wat kun je zoal?” “Van alles”, zei de jongeman. “Kun je ook op je handen lopen?” De verkoper wist niet meer wat hij zeggen moest.
Ook in een supermarkt kon mijn vader soms verrassend uit de hotempo-zakdoekjesek komen; als de rij voor de kassa lang was en hij het wachten zat was, hield hij een pakje papieren zakdoekjes omhoog naar de kassière met het opschrift “Tempo”…
Mijzelf ontschoot het zomaar een keer toen hier in Roden op de Albertsbaan (parkeerplaats midden in het dorp) een grote wagen van Schoonenberg stond, en een meneer me aanschoot: “Wilt u ook even uw gehoor laten testen?” Ik reageerde pardoes met de vraag: “Pardon, wat zegt u?” Hij was even stil, maar je zag hem denken: “Die zien we vast nog wel een keer terug!”

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

Mien toentje

In de afgelopen weken is onze voortuin grondig gewijzigd. De tuin beviel ons niet; we hadden veel last van de ondergrond (potklei), die nauwelijks water doorlaat, waardoor zowel het gazon (nou ja, grasveldje) als de bak met planten altijd nat bleef. Zo nat zelfs, dat er alleen planten wilden groeien die tegen heel veel vocht kunnen. Moerasgagel gedijde goed, maar was nou niet het meest fraaie groen dat we ons konden bedenken.
Daarom hebben we de knoop toch maar een keer doorgehakt en aan onze hovenier Egbert Klopstra gevraagd om een plan te maken voor de ongeveer 150 m2 voor ons huis. En hij heeft er iets prachtigs van gemaakt, vinden wij althans.
Tijdens de aanleg merkten we, dat er meer wandelaars voorbij kwamen dan anders. Ook de buurt was nieuwsgierig naar het uiteindelijke resultaat. Het – soms angstige – commentaar was ook niet van de lucht: “Het is net een woestijn bij jullie voor de deur”, merkte iemand op toen de hele oppervlakte met zand bedekt was. Een andere opmerking: “Maken jullie er een zandbak van?” Dat hadden de kleinkinderen misschien wel leuk gevonden, maar nee, dat was niet de bedoeling.
Toen de ene kar met stenen na de andere werd aangevoerd vroeg iemand zich bezorgd af of het alleen maar een ‘pleintje’ zou gaan worden. Nee, ook dat was niet de bedoeling.
Maar naarmate het werk vorderde werden de reacties steeds enthousiaster, net zoals onze eigen gevoelens over het groeiende ontwerp. Toen de planten eenmaal waren geplaatst konden (en kunnen) we genieten van het uiteindelijke resultaat. Een afwisseling tussen verschillende steensoorten, split en beplanting, met diagonaal een pergola waarover hopelijk over twee jaar prachtige druiven groeien. In het midden komt nog een zonnewijzer. Wij zijn zeer tevreden! En kijken vol verwachting uit naar het voorjaar.

[slideshow_deploy id=’225′]

 

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

What’s in a name

Het zal geen verbazing wekken dat we op onze naam nog wel eens een reactie krijgen. “Ben je van adel?” Of: “Nog familie van Jacoba van Beieren?” De laatste vraag is lastig te beantwoorden (zie op de familiewebsite hierover meer). Wel gaat de stamboom heel ver terug, maar een Portret Jacoba van Beierenbeslissende link is nog niet gelegd. Of we van adel zijn is ook geen uitgemaakte zaak. Sommige familieleden beweren van wel, maar ze hebben me nog niet weten te overtuigen. In ieder geval is er  niet ergens een familiekasteeltje  bekend.
Wel is het opmerkelijk, dat de naam in de stamboomgegevens op veel verschillende manieren wordt vermeld. Ik heb bij het uitzoeken van de genealogie inmiddels meer dan dertig varianten gezien. Soms wel drie in één gezin. Het is maar hoe de priester of predikant de naam in de doopboeken heeft ingevuld (op het gehoor af) of hoe ongeletterde familieleden zichzelf benoemden.
Zo’n lange naam kan ook lastig zijn. Bij het invullen van formulieren zijn er steevast te weinig vakjes om alle letters in te kunnen vullen. En dat is soms vervelend, bijvoorbeeld bij het inchecken voor een vliegreis, omdat de gegevens dan niet helemaal kloppen met het paspoort.
Ook komt het meermalen voor dat je de naam een keer of drie moet noemen en moet uitleggen dat het allemaal inderdaad bij elkaar hoort als achternaam. En dan moet je ook nog goed opletten dat de naam goed gespeld wordt.
Soms levert het ook komische taferelen op. Toen mijn grootvader in het begin van de vorige eeuw verhuisde van Enschede naar Oenkerk in Friesland, was zijn kist met boeken en andere zaken enorm lang onderweg; het bleek dat de kist in het Belgische Bergen in Henegouwen was beland. Gelukkig kwamen de bezittingen met een lange omweg uiteindelijk toch terecht in Oenkerk.
Ook gaat het verhaal dat opa als jongen een keer werd aangehouden omdat zijn achterlicht niet brandde. Hij moest zijn naam opgeven, maar de agent dacht dat hij voor de gek gehouden werd. “Kom jij maar even mee naar het politiebureau!”
Een driedubbele naam is vrij zeldzaam. En ook begrijpt men niet altijd dat het om slechts één adres gaat. Zo kregen we in de vakantietijd eens van de tijdelijke krantenbezorger drie exemplaren van de ochtendkrant in de brievenbus: één voor van Beijeren, één voor Bergen en één voor Henegouwen.
Een enkele keer wordt de naam wel erg ongelukkig verbasterd, zoals de illustratie laat zien. Mijn vader ontving een kerstkaart van een zakelijke relatie, maar de secretaresse had haar hoofd blijkbaar bij andere zaken…etiket

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen

Kunst in hout

Onlangs kreeg ik een ‘vriendschapsverzoek’ via Facebook van een aangetrouwde neef van Aly: Tico Top. Natuurlijk ging ik daarop in, want vrienden kun je nooit genoeg hebben, nietwaar? Nu staan we al veel langer op goede voet met Tico en z’n vrouw Alie (inderdaad: naar dezelfde oma vernoemd); eenmaal in de twee jaar ontmoeten we elkaar op de reünie van de familie Maring. En als Tico een expositie heeft in de buurt, gaan we even kijken. Tico is namelijk een kunstenaar die de mooiste objecten maakt in hout. Restauratie van antiek, houtsnijwerk aan orgels, bovenlichten voor bijzondere huizen en ga zo maar door. Op zijn website www.tttop.nl kun je zelf een indruk krijgen van zijn brede scala van werkzaamheden en de prachtige voorbeelden van vakmanschap. Zijn werk is zijn vak is redelijk uniek in Nederland: hij vertelde me een keer dat er nog één kunst-/vakbroeder meer is.
Een bijzonder werk van hem vind ik het orgel van de Nederlandse Bachvereniging, waarvan hij het houtsnijwerk heeft verzorgd. Daar trekt de Bachvereniging heel Nederland (en het buitenland) mee door. Toen hij ermee bezig was, vertelde hij me eens, bleek dat de orkestleden zeer geïnteresseerd en betrokken waren bij het resultaat, en ook allerlei aanwijzingen gaven bachmonogram_TTTopvoor de verhoudingen van de verschillende instrumenten ten opzichte van elkaar, die hij uitbeeldde. Het resultaat is schitterend geworden. In de lessenaar verwerkte hij het Bach-monogram, waarin de initialen JSB op kunstige wijze zijn vervlochten. (Voor een beschrijving ervan zie hier – als je naar het plaatje blijft kijken worden de initialen vanzelf getoond).
Maar ook de rest van het orgel is fraai versierd met houtsnijwerk.
Kijk maar eens via de link http://www.tttop.nl/houtsnijwerk/pijporgels/bach hoe hij ermee aan het werk is en wat het uiteindelijke resultaat is geworden. En als je toch op zijn website bent beland, blader dan ook nog verder door om van zijn werk te genieten!

Geplaatst in Uncategorized | Een reactie plaatsen