|
|||
![]() Baptised 17 Jan 1740 Wassenaar, died 27 Nov 1802 Wassenaar, age approximately 62 years Op 27 feb. 1766 eist Jacobus Wensveen 28 gulden, 13 stuivers en 13 3/25 penning van Wouter van de Laer, timmerman te Wassenaar, "wegens verdiend arbeidsloon en leverantien van materialen aen 't dak van seeker schuurtje dat voor deezen gestaen heeft op de werf van 't duijnmajershuijs, waer op bevorens Claes Willems Beijersbergen heeft gewoond, dog door den gedaagde in 't jaar 1765 volgens sijne aenneeming, is verplaetst op de woning daer Claes Willemsz. Beijersbergen jeegenswoordig woond" (ARA, RAW, nr 64, fo. 66-66vo). Op 2 februari 1768 wordt hem voor 1300 gulden "een partije weij- of hooijland, geleegen onder Zuijdwijk aen 't dijkje in de Ruijgelaense polder, groot omtrent drie mergen ... belent ten noordwesten de weg, ten zuidwesten en noordoosten de Hoog Geboren Heer Nicolaas baron van Boetselaer en ten zuidoosten de Molesloot" opgedragen door Leendert Leendertsz. Ruijgrok (ARA, RAW, nr 26, fo. 259vo-260). Op 8 mei 1771 wordt hem voor 1150 gulden "een partije weij- of teelland, geleegen onder Zuijdwijk in 't Oostdorp, groot omtrent drie mergen en drie hond, waer van omtrent drie mergen belend sijn ten zuidwesten de heer van Marle, ten noordwesten de Buurweg, ten noordoosten de verkoopers en Jan en Cornelis Meese Langevelt en ten zuidoosten de verkoopers met de Oostdorperweg ende drie hond belend ten ZW en NW de vrouw van Lijnden tot de Parck, ten NO Samuel Jaspertsz. van Hensbergen en ten ZO de Buurweg" opgedragen door Claas van Duijn, lasthebber van Abraham Douglas, intendant van de domeinen van de Prins van Oranje (ARA, RAW, nr 27, fo. 41vo-42vo). Op 9 april 1782 wordt hem voor 2310 gulden, vermeerderd met vijf duiten per gulden aan rantsoengeld, "een partije weij- of hooijland, geleegen in den ambagte van Zuijdwijk in de Ruijgelaanse polder ... groot ... vijf mergen, een hond en ses en sestig roeden, leggende gemeen en gemengden Veur met gelijke partijen, behoorende aan de abdije van Leeuwenhorst in 't geheel belendende ten NW Cornelis Persoon Cornelisz., ten NO de Dolendsloot, ten ZO Jacobus van der Lelij, Claas Claverweijde en Jacob Doe Verbaan en ten ZW Jacob Doe Verbaan en Claas Claverweijde" opgedragen door de gezamenlijke erfgenamen ex testamento van wijlen Ferdinand Opdam en zijn huisvrouw Leena Starp (ARA, RAW, nr 28, fo. 163-164). Op dezelfde dag verbindt hij dit goed voor een schuld van 1400 gulden aan Pieter Oudshoorn (ARA, RAW, nr 49, fo. 15vo- 16). Op 2 aug. 1782 komt hij, vanwege de levering van "paarden, aardappelen, etc.", voor onder de niet-preferente crediteuren van de insolvente boedel van wijlen Huijbert Overbeek. Van zijn tegoed van 41 gulden krijgt hij slechts 9 gulden, 10 stuivers en 12 penningen uitgekeerd (ARA, RAW, nr 65, fo. 104). Op 7 mei 1785 wordt hem voor 600 gulden, vermeerderd vijf duiten per gulden aan rantsoengeld, "een merge, drie hond land, geleegen in den ambagte van Zuijdwijk in de Ruijgelaanse polder ... belend ten NO en NW de Molesloot, ten ZO Mevrouw van Lijnden tot de Parck en ten ZW de Ruijgelaan, zijnde belast met een overpad van tien hond land, toekomende aan de Heer Nicolaas baron van Boetzelaar" opgedragen door Hermanus van Borck, Arend de Ruijter en mr. C.J. van Haansbergen, in compagnie, wonende te 's Gravenhage (ARA, RAW, nr 28, fo. 270-270vo). Op 5 maart 1791 draagt hij deze grond voor 700 gulden op aan mr Cornelis Johannis van Haansbergen te 's Gravenhage (ARA, RAW, nr 29, fo. 87-87vo). Op 23 september 1806 worden de volgende door hem nagelaten goederen voor het collateraal getaxeerd: "drie mergen weijland, geleegen aan de Catwijkseweg bij 't Dijkje, belend ten ZW de heer W.H. Ziegler, ten ZO de Molesloot, ten NO Pieter Ruijgrok en ten NW de Catwijkseweg" op 1800 gulden; "drie hond teelland, geleegen aan het Buurwegje in 't Oostdorp, belend ten NW de erve Cornelis Meeze Langeveld, ten NO Pieter Pompe, ten ZO 't Middelwegje, ten ZW Daniel Hensbergen" op 200 gulden; "drie mergen teelland in 't Oostdorp, belend ten NW het Buurwegje, ten NO de erve Cornelis Meeze Langeveld, ten ZO de heer D. van Boetzelaer en ten ZW Klaas van Haastert" op 1400 gulden; "vijf mergen, twee hond en dertien roeden land, zijnde de helft van tien morgen, vier hond en twintig roeden gemeen met Jacob Teunisz. Kortekaas, geleegen in de Ruijgelaanse polder, waarvan drie mergen, twee hond teelland en het overige weijland, belend ten noordwesten de Knoplaan en de erve Cornelis Persoon tot de Dolentsloot, ten ZO de weduwen Jacobus Beijersbergen en Cornelis Beijersbergen, ten ZW over de Hoogeboomseweg ter halver sloot de weduwe Jacobus Beijersbergen en Abraham van Eijk en ten NO de Dolentsloot en de erve Cornelis Persoon" op 2160 gulden (ARA, RAW, nr 143, fo. 39-40). Married to: Children: 1. ![]() Baptised 13 Dec 1764 Wassenaar Doopgetuige: Pieter/BEIJERBERGEN/ Doopgetuige: Crijna/Beijerbergen/, died 1 Dec 1821 Wassenaar, age approximately 56 years arbeider(1 dec 1821) 2. ![]() Baptised 21 Jul 1766 Wassenaar Doopgetuige: Maria/Beijerbergen/, died 15 May 1792 Wassenaar, age approximately 25 years 3. ![]() Baptised 12 Feb 1768 Wassenaar, died 24 Aug 1834 Wassenaar, age approximately 66 years arbeider (24 aug. 1834) Op 15 mei 1794 verklaart Mensje Noordever, dat hij gezegt heeft dat zij "een hoer was en dat hij ... zulks zoude waar maken met twee getuijgen in het volle van de bank." Hij op zijn beurt echter verklaart gezegd te hebben "als zij vijf en twintig guldens wilde verhooren, dat hij dan zeggen zoude dat zij een hoer was in presentie van twee getuijgen." Deze zaak wordt door schout en schepenen van Wassenaar "in staate gehouden ten naasten" (ARA, RAW, nr 66, fo. 105). 4. ![]() Baptised 20 Jun 1769 Wassenaar Doopgetuige: Jacob/Beijerbergen/ Doopgetuige: Claasje/Beijerbergen/, died 10 May 1774 Wassenaar, age approximately 4 years 5. ![]() Baptised 11 Dec 1770 Wassenaar arbeider (13 maart 1820, 14 aug 1829) 6. ![]() Baptised 20 Aug 1772 Wassenaar, died 8 Sep 1772 Wassenaar 7. ![]() Baptised 4 Feb 1774 Wassenaar, died 10 Aug 1774 Wassenaar |